
Na het spelen, tijdens het eten, voor het slapen gaan: voor je kind is het fijn om samen even de dag door te nemen. Voor jou is het de ideale manier om erachter te komen wat je kind heeft meegemaakt en wat hem of haar allemaal bezighoudt. Ouders van Nu geeft 9 tips voor een goed gesprek met je peuter!
Goed voor de taalontwikkeling
Het is belangrijk om dagelijks even aandachtig te praten met je peuter. Niet alleen omdat je dan meer te weten komt over wat hem of haar bezighoudt, maar ook omdat het goed is voor de taalontwikkeling. Als je samen een gesprek voert, brengt dat nieuwe woorden met zich mee. Praat daarom juist niet in makkelijke ‘babywoorden’: noem een auto gewoon een auto, niet ‘toet-toet’ (ook al zegt je kind dat misschien zelf wel). Je kunt tijdens het praten de zinnen van je kind ‘verbreden’. Dat houdt in dat je je kind niet corrigeert, maar zijn of haar antwoord wel in de juiste woorden herhaalt en eventueel uitbreidt. Zegt je kind bijvoorbeeld: “Ikke papa toe met toet-toet”, herhaal dan: “Jij gaat naar papa toe met de auto”. Dat is voor je kind erg leerzaam, op een positieve manier. Gebruik in jullie gesprek ook woorden die je kind nog niet kent. Leg deze woorden eventueel uit, of laat een plaatje zien. Zo leert je kind nieuwe woorden.
Kies een goed moment
De kans op een goed gesprek met je peuter is groter als je er een goed moment voor uitkiest. Doe het bijvoorbeeld niet als je kind heel druk aan het spelen is of aandachtig tv zit te kijken. Een goed moment is bijvoorbeeld:
- Als jullie samen aan tafel zitten voor het ontbijt of het avondeten
- Terwijl jullie samen van de kinderopvang naar huis wandelen
- Als jullie na het eten nog even op de bank zitten
- Als je kind net in bad is geweest, terwijl je hem of haar klaarmaakt voor het slapengaan
- Als je je kind net hebt ingestopt in bed
Tip 5: Vraag door
Geeft je kind vaak korte antwoorden of zegt je kind alleen maar ‘ja’ en ‘nee’? Vraag dan door. Bijvoorbeeld: “Hebben jullie vandaag buiten gespeeld?” zo ja: “Met wie heb je buiten gespeeld?” of “Wat heb je buiten voor spelletjes gedaan? Vertel eens, hoe ging dat?”
Tip 6: Luister goed
Als je eenmaal in gesprek bent, laat je kind dan lekker praten. Onderbreek hem of haar niet, vul geen zinnen aan, maar laat je kind even nadenken zodat hij of zij het verhaal zelf kan vertellen. En heel belangrijk: luister! Luister echt naar wat je kind zegt, zodat je daar weer op kunt inhaken. Als je goed naar je kind luistert, gaat je kind op andere momenten ook beter naar jou luisteren.
Tip 7: Vertel ook over jouw dag
Je kunt het gesprek ook op gang brengen door over jouw dag te vertellen. Benadruk de dingen die jouw kind interesseren, bijvoorbeeld: “Ik ben vandaag met de auto naar mijn werk gegaan. Toen reed ik langs de grote bouwplaats met de graafmachines. Zullen we daar morgen samen gaan kijken?” Misschien haakt je peuter wel ergens op in. Zo wordt het gesprek geen eenrichtingsverkeer én je geeft het goede voorbeeld door te laten zien hoe je een verhaal vertelt.
Tip 8: Wees het archief van je kind
Wil je graag weten wat er in het hoofd van je peuter omgaat, maar vind je het moeilijk om hierover te beginnen? Als je ziet dat je kind verdrietig is, kun je proberen om het ‘archief’ van je kind te zijn. Herinner hem of haar aan een bepaalde gebeurtenis door bijvoorbeeld te vragen: “Als baby vond je het zo erg als oma wegging. Dan moest je soms heel erg huilen. Mis je haar nu misschien ook?”
Tip 9: Wees creatief
Kinderen vinden het vaak moeilijk om te verwoorden wat ze precies hebben gedaan en wat hun gevoel daarbij was. Vraag daarom eens of je kind wil tekenen wat hij of zij die dag heeft gedaan. Of vraag je kind als hij of zij al wat ouder is welke kleur deze dag had, en laat je kind uitleggen waarom hij of zij voor deze kleur koos.
Bron: Ouders van Nu
Deel dit artikel: