top of page

Help! Een monster onder mijn bed!

Bijgewerkt op: 1 dag geleden

Is je kind bang in het donker? Ziet hij of zij veel monsters en spoken? Hieronder vind je tips om daarmee om te gaan.

Peuters hebben een grote fantasie. Schaduwen worden enge monsters en er zijn overal griezelige geluiden. Bang zijn in het donker kan ook door stress komen, bijvoorbeeld na het kijken van een spannende film. Deze tips kunnen helpen:


1. Neem je kind serieus

Het monster bestaat voor je peuter écht. Neem je kind daarom serieus. Luister naar je kind en praat er samen over. Wat heeft hem of haar zo bang gemaakt? Zeg bijvoorbeeld dat je begrijpt waarom hij of zij zo bang is, maar dat je zeker weet dat er niets kan gebeuren.


2. Praat over het monster

Over het monster praten kan heel goed helpen. Geef het monster bijvoorbeeld eigenschappen. Hoe ziet het monster eruit, welke kleur ogen heeft hij? Hoe heet het monster? Waarom ligt het monster eigenlijk onder het bed, is het bijvoorbeeld zijn moeder kwijt? Op deze manier kan je kind zich meer inleven in het monster en is het een stuk minder eng. Voor sommige kinderen kan het helpen om het monster te tekenen. Maar dat is niet voor ieder kind geschikt: nadenken over hoe het monster eruit ziet kan ook heel eng zijn en je kind banger maken.


3. Jaag het monster weg

Het monster wegjagen kan op allerlei manieren. Houdt je kind van prinsessen? Gebruik een toverstaf om het monster te laten verdwijnen. Is je kind fan van een tv- of stripfiguur? Laat hem of haar helpen om het monster weg te jagen.


Vindt je kind het veel te eng om het monster weg te jagen? Spreek het monster dan zelf toe. Wees streng (maar niet te overdreven) en verbied het monster om terug te komen. Vaak is je kind hiervan onder de indruk en kan hij of zij rustig gaan slapen.


Overdag is je kind vaak veel minder bang en is het makkelijker om over de monsters te praten. Je kunt je kind dan voorbereiden op de nacht. Laat hem of haar bijvoorbeeld zelf een monster knutselen, om het monster onder het bed weg te jagen.


4. Laat zien dat er helemaal geen monster is

Monsters wegjagen heeft één nadeel: je geeft dan toe dat monsters bestaan. Wil je dat liever niet? Laat je kind dan zien dat er helemaal geen monster is. Ga samen op ‘spokenjacht’ in de slaapkamer. Laat zien dat die enge schaduw alleen maar komt van de knuffel op de vensterbank, het speelgoed op de grond of bomen die voor het raam staan. Kijk samen onder het bed of er écht een monster ligt.


Als de lampen weer uit gaan en je kind weer alleen is, kan hij of zij het gevoel hebben dat het monster weer terug komt. Leg bijvoorbeeld een zaklamp naast het bed van je kind, zodat hij of zij zelf onder het bed kan kijken.


5. Geef je kind een nachtlampje

Monsters zijn bang voor licht, want dan verdwijnen ze. Het kan voor je kind daarom geruststellend zijn om een nachtlampje te hebben of met de deur op een kier te slapen.


6. Zorg voor een opgeruimde slaapkamer

Rondslingerend speelgoed kan voor je kind ‘s nachts in een monster veranderen. Ook een te volle kamer is niet fijn. Achter elk kastje kan een monster verstopt zitten. Zorg daarom voor een opgeruimde slaapkamer.


7. Sluit de dag positief af

Griezelige voorleesverhalen en spannende televisieprogramma’s zijn geen goed idee. Lees je kind iets vrolijks voor of praat samen nog even over de dag.


8. Lees je kind voor

Boeken kunnen ook helpen. Bijvoorbeeld boeken waarin kinderen hun angsten overwinnen, sprookjes die goed aflopen of verhalen over vriendelijke monsters.


De monsters verdwijnen meestal als je kind vier of vijf jaar oud is. Heb je vragen of merk je dat je kind ook overdag nog veel bezig is met de angst? Je mag altijd advies vragen bij het CJG. Dat is gratis.

bottom of page