
Kun je de podcasts van het CJG niet beluisteren, bijvoorbeeld omdat je niet goed kunt horen? Hieronder vind je de letterlijk uitgeschreven versie van aflevering 5 van de podcastserie ‘Over ouderschap’. Om de tekst zo leesbaar mogelijk te houden, zijn woorden als ‘ehm’ weggelaten.
- Merel = interviewer en voice-over
- Lianne = jeugdverpleegkundige bij het CJG
Lianne: “Hoe gaat het met jou als moeder? Weet je, als ik kijk naar mezelf, ik ben ook een werkende moeder, 3 kinderen, en man, die heeft ook een nieuwe baan. Je moet altijd maar opkomen voor je belangen van je kinderen hè, van wat vind jij belangrijk als moeder, maar dat er niet gevraagd wordt van: hoe gaat het nou met jou? Vaak is dat een stukje bescherming, want vaak als iemand echt gaat vragen van, hoe gaat het met jou, ja dan breek je, het is ook een heel kwetsbare vraag, denk ik, en toch hebben we het allemaal nodig, denk ik, ook de ouders die wij zien vanuit het CJG, omdat het ook weer bewust gaat om, hoe gaat het met mij. En ik raas maar door, ik ben voor die aan het opkomen, en voor dit… en vaste statistieken en groei en metingen, en waardes en ontwikkelingsonderzoeken Van Wiegen en zo… Ik vind zelf altijd wel de belangrijkste vraag van: hoe gaat het met jou als ouder? Dan kan de rest me eigenlijk wel gestolen worden, onder ons gezegd [gelach]”
Merel: “Je luistert naar de bonusaflevering van de podcast ‘over ouderschap’, van het CJG Capelle aan de IJssel. En in de vorige 3 afleveringen heb je kunnen horen over ouders die vertellen over hun ervaringen als ouders. Die ouders sprak ik in de wachtkamer van het consultatiebureau van Capelle aan de IJssel, en een aantal van hen hadden net een afspraak gehad met Lianne, één van de jeugdverpleegkundigen op het bureau. Je hebt Lianne ook al kunnen horen in één van de afleveringen, en ik was benieuwd hoe zij nou naar de serie heeft geluisterd: wat vond ze ervan om zo te horen hoe ouders ertegenaan kijken, naar het consultatiebureau? Hoorde ze nog nieuwe dingen? Of heeft het haar aan het denken gezet? Nou, daarvoor wilde ik nog heel graag deze bonusaflevering maken, voor iedereen die benieuwd is hoe een jeugdverpleegkundige aankijkt tegen het thema ouderschap. Ik ben er niet helemaal voor naar Capelle gegaan, maar Lianne en ik hebben gebeld, op een maandagochtend. En we zijn beide moeder van 3 kinderen, dus we hebben al een hele ochtend achter de rug, als we elkaar om 9 uur ’s ochtends bellen.”
[Telefoon belgeluid]Lianne: “Dag Merel, met Lianne”
Merel: “Ja, Lianne goeiemorgen.”
Lianne: “Hai, Goeiemorgen.”
Merel: “Hoi hoi”
Lianne: “Hai. Hé, ik moet je heel even onderbreken, toevallig is een arts uitgevallen, je zult net zien-”
Merel: “Ja…”
Lianne: “-ik ben nog even heel druk met het afbellen van 3 ouders, zou je heel even mij misschien over 20 minuten willen bellen, komt dat uit?”
Merel: “Zeker, geen probleem, geen probleem.”
Merel (als presentatrice): “Zo start Lianne dus haar week, niet ideaal, zal ze me later vertellen, maar ze belt me 20 minuten later terug.”
[Telefoon geluid]Merel: “Met Merel, is het allemaal gelukt?”
Lianne: “[lacht] – Ja, ik dacht achterwacht, lekker, kan ik m’n administratie bijwerken, [lacht opnieuw], om 7 uur ’s ochtends gelijk raak; arts ziek. Ik moet dus, en tussen alle bedrijven door, m’n kinderen naar school brengen, en een paar moeders vast afbellen, want de eerste komt om 8 uur ’s ochtends al, dus het zweet staat me op het voorhoofd, maar alles is nu geregeld. Eerst een bakkie koffie en een gesprek met jou, en dan ga ik weer door, top. Wij zijn altijd ’s ochtends van, we ontbijten echt aan tafel, en heel gezellig, en dat probeer ik er altijd wel in te houden.”
Merel: “En waren de ouders daar een beetje oké mee?”
Lianne: “Nou, heel relaxed, valt me erg mee. Want het kan ook soms verkeerd uitpakken, dat je uitkijkt naar de afspraak van je kindje, dat je denkt van, hallo?! – Nee het was echt, het ging heel ‘smooth’ allemaal, ben ik echt heel blij mee, ja. Ik heb mijn koffie inmiddels in m’n handen, dus ik ga zitten [lacht]”
Merel (als presentatrice): “Koffie erbij, computer uit, en ik vraag Lianne: Wat vond je van de podcast?”
Lianne: “Ja, ik vond het heel leuk om terug te luisteren, ik was daar ook nieuwsgierig naar, omdat ik betrokken was met de voorbereiding daarvoor, voor de opnames, in de boxenkamer. En ook persoonlijk interview in m’n eigen spreekkamer. Er zit zoveel achter het draaien van 1 consult zeg maar. Het is niet te beschrijven, en als je het dan hoort denk je; oh ja daar doe je het voor. Gewoon, om de ouders nu te horen, buiten het consult dat ik met hun heb. Buiten het consult naar mijn collega’s zeg maar. Dus dat een 3e persoon in die ochtend ook vroeg, hoe ze het spreekuur hadden ervaren, maar ook de persoonlijke vragen die je daarbij hoorde, nou, dat vind ik inspirerend, ja.”
Merel: “Stel ik dan… Waren het andere vragen dan die jij stelt op je consult?”
Lianne: “Nee, jij had meer tijd om vragen te stellen, dat is wel leuk. Wij zitten vast aan een bepaald tijdstip. 20 minuten of 10 minuten per consult, en jij had daarbuiten tijd om persoonlijke vragen te stellen. Wij stellen die vragen niet altijd, maar soms wel, soms moeten we die stellen, of willen we die vragen, maar we zitten ook vast aan een andere indeling van een spreekuur. Dat vond ik wel heel leuk dat jij net even die extra vragen stelde, maar ook ouders bewustwording gaf over hun ouderschap, maar ook hier in het CJG ervaarde, die ruimte hebben we bijvoorbeeld wel als we een huisbezoek doen, dan kunnen we wel wat persoonlijker gaan, we hebben wel enquêtes, we stellen wel vragen aan ouders, van zijn jullie tevreden, maar nu was er echt iemand buiten de organisatie die de vragen stelde, en dat was wel heel leuk dat ouders daar tegenaan praten hè.”
Merel: “Ik was zelf wel oprecht verrast, want ik stelde de vragen ook natuurlijk in de wachtkamer, en dat ik zulke oprechte en waardevolle gesprekken had met ouders, dat ik dacht van, wauw, dit kan dus ook in de wachtkamer. En later dacht ik ook van, dat ik hier als en soort van onafhankelijk vraagsteller zit, en ik schrijf natuurlijk niet mee, en er komt niets in het dossier…”
Lianne: “Nee, het had wel iets intiems zeg maar. Toen ik in Rotterdam werkte hebben we een soort video home training gedaan, hebben we onszelf gefilmd, consulten, dus dan kijk je op jezelf terug. Dan ben je heel bewust van, wat zeg, wat doe ik, wat draag ik over aan ouders, waar moet ik zelf op letten, en dat was nu eigenlijk een positieve bevestiging. Het is gewoon op zo’n ochtend nog meer bewust van je rol als verpleegkundige, ook al ga je ook op de automatische piloot, en het zit in me, maar op zo’n ochtend denk je wel van, wat doet het ouders met zo’n gesprek, omdat ik wist dat jij in de boxenkamer was. Begrijp je wat ik bedoel? Het is niet van dat ik extra m’n best ga doen, of me uitsloven, of hele mooie vragen ga stellen, want ik ben gewoon Lianne, en dat wil ik gewoon zo houden, maar wel nadenken van, dit is weer zo’n bewust moment op zo’n ochtendje spreekuur. Geen routine zeg maar, maar wat draag je over aan ouders.”
Merel: “En hoorde je dan ook iets in de reactie van ouders, dat je dacht van, Oooo, dat draag ik blijkbaar over op ouders. Kan je je daar iets van herinneren?”
Lianne: “Ik weet wel nog 2 gesprekken die had ik met ouders, dat ik hoorde van dat de kleine het goed doet, een beetje leunen op de bevestiging van het CJG, dat de kleine het goed doet, en ik probeer dan juist naar het moederschap te kijken, van, vind jij dat het goed gaat, heb je nog vragen, snap je wat ik bedoel? [Merel mompelt bevestigend], dat is me opgevallen, dat een paar ouders denken van, dit is dus goed. Een moeder op het consultatiebureau van, bij het consult ging het goed, en een kort consult, geen vragen. En bij jou hoorde je hele leuke gesprekken over het kind, echt het moederschap, oh wat leuk om te horen, dat hoor ik dan niet, dat vind ik wel heel erg leuk. [Merel klinkt weer bevestigend]. Moeder die heel lang mee gepraat, zo zo, dat krijg ik dan niet te horen, en dat hoeft ook niet, want de tijd is er niet voor. Maar dat komt weer door de tijd en ruimte die jij creëert en de vragen die je stelt.”
Merel: “En als je daar dan even… je andere rol als moeder. Zijn het dan andere gesprekken die jij zelf voert, want dat ging ik mezelf ook steeds afvragen, zijn het de gesprekken die ik eigenlijk voer, stel iemand stelt me een vraag van, hoe vind jij het eigenlijk om moeder te zijn.”
Lianne: “Die vraag wordt ook heel weinig gesteld hè, heel persoonlijk. Het is wel steeds meer een item aan het worden, of een trend, maar hé, hoe gaat het nou met jou, want jij bent ook de motor op of voor je kinderen, als het niet met jou lekker gaat, heeft het met je kinderen gewoon weerslag. Dus ik denk zelf wel dat die vraag steeds vaker gesteld wordt, maar in de spreekuren stellen we heel erg de vraag naar de kinderen. We stellen ook wel aan de moeder van; hoe gaat het met jou als moeder, als ouder? Hoe gaat het in het gezin? Maar daar prikken we dan nooit, niet echt doorheen omdat je aan je tijd vast zit. Dat je zegt van, het gaat goed, nou mooi volgende, het kind, want daar komen ze voor.”
Merel: “En wat jij zegt van – ja ik hoor dat er een beetje tussendoor, ja we hebben de tijd er niet voor, maar dat je het misschien wel zou willen, of dat je het misschien wel van waarde vindt. Heb je het idee dat het op een andere plek gevoerd zou moeten worden, dat gesprek, of die vragen gesteld of-?”
Lianne: “Nou dan wordt het zeker wel gedaan, we geven natuurlijk ‘geboortehuisbezoeken’, ‘probleemhuisbezoeken’, ‘stevig ouderschap’, ‘prenatale huisbezoeken’, ‘in verhuizingen’, dus er is dan weer ruimte voor die diepgang. Hé, als je weer met een heel kwetsbaar kleintje van 2 weken komt met ouders erbij, moeder moet wennen, vader moet wennen, er speelt heel veel natuurlijk dan, dan is er wel echt ruimte voor die vragen, van hoe gaat het nou met jou, maar ook daar zit je altijd wel aan…, kijk je gaat niet bij een vriendin op visite, een bakje koffie doen, dus je zit ook wel weer vast aan je planning, aan je agenda, aan je volgende huisbezoek of je telefonisch consult of overleg, dus je moet wel altijd afstemmen, dat doe je onbewust, ga ik die vraag stellen. Bij de ene moeder heb je er tijd voor en merk je van, het is echt nodig, en de andere merk je van, we gaan even door, anders loop ik uit, en dit en dat. Dus het is altijd, afstemmen, afwegen, pffff, en dan kijk je absoluut naar de interactie; ouder, kind. Dat moet er gewoon bij zijn. Maar dan heb je niet altijd tijd om naar het gevoel van ouders te kijken, hè. Sommige ouders vinden het heel lastig, en die komen hier echt met een vraag, dan zit je ook weer aan je tijd vast. En dan hebben we natuurlijk wel het voordeel dat we een huisbezoek mogen aanbieden, hè, dat we zeggen van joh, ik merk dat de tijd op raakt, en ik heb zelf nog meer vragen aan jullie, hebben jullie nog behoefte aan een telefonisch consult, of vind je het fijn als ik nog een keertje langskom, thuis, en dan mag je die ruimte absoluut maken, ja.”
Merel: “En hoe reageren de meeste ouders daarop, als je dat vraagt?”
Lianne: “Varieert. De ene ouder zegt van, nee het gaat wel goed, zo niet, dus is het probleem ook niet, hè. Nou je hebt natuurlijk heel veel soorten, je hebt natuurlijk ouders daar gaat het lekker mee, dat is natuurlijk dan laagdrempelig CJG wat er dan gebruikt wordt, je hebt ouders waarvan je zelf kan benoemen en bespreken wat je ziet, ouders zeggen van, oh, daar heb je eigenlijk wel gelijk mee, die staan open voor extra ondersteuning, je hebt ouder waarvan je hetzelfde ziet, die zeggen van, nee hoor, niet nodig. Het is zoveel gradaties. Je hebt ouders die komen echt wel binnen van: ‘help’, maar dat is dan vaak op het kind gericht, niet op het moederschap of het ouderschap vaak, hè. Maar daar moet je omheen prikken.”
Merel: “Maar er was geen één ouder die niet wilde meewerken hè-”
Lianne: “-Nee het was heel leuk-”
Merel: “-want dat vind ik ook heel bijzonder…”
Lianne: “-want dat verbaasde me ook hoor-”
Merel: “Maar dat is interessant hè, dat ons dat-”
Lianne: “Ja…”
Merel: “-verbaast, want daar zit volgens mij wat, want…”
Lianne: “Ja… ja dat denk ik ook…”
Merel: “-het je verbaast omdat je je in eerste instantie een beetje bezwaard voelt om die vragen te stellen, omdat het ook hele persoonlijke vragen zijn. En er is geen enkele ouder die niet daar het gesprek ontwijkt.”
Lianne: “Omdat ik ergens denk dat we daar allemaal ook wel honger naar hebben, want, hoe zeg je dat, bijna iedere ouder in deze tijd leeft in een soort van ‘rush’, van en werken, en kinderen, en je moet dit, en je moet je privé leven bijhouden, je hebt je ouders die ouder worden zeg maar, dus er zit zo veel, we stellen zo veel eisen, waardoor het soms goed is om even stil gezet te worden, van hé ik als moeder, hoe gaat het eigenlijk hè.”
Merel: “Ja, en ook dat het dus helpt als iemand anders je dat vraagt.”
Lianne: “Nee dat is dus wel heel mooi hoor. En ik moet wel zeggen naar het CJG waar ik nu werk in Capelle, die biedt daar wel ruimte voor, die stelt dat wel hoog in ’t vaandel. En je merkt ook de ontwikkeling landelijk dat we steeds meer kijken naar het ouderschap, interactie ouder kind, wel steeds persoonlijker te maken, om ouders te bereiken en ze vertrouwen te geven, We willen er voor je zijn.”
Merel: “Nou dat is een prachtige-”
Lianne: “Ja hè”
Merel: “-afsluiting. Ja.”
Lianne: “Ja daar word ik blij van, precies [gelach]”
Merel (als presentatrice): “Een extra lange bonusaflevering waar ik dan weer heb geleerd dat jeugdverpleegkundigen evenwichtskunstenaars zijn. Op zoek naar de juiste balans tussen aandacht voor de ouders, aandacht voor het kind, en daarbij is het goochelen met de beschikbare tijd, en daarbij is het steeds opnieuw inschatten wat de behoeften van ouders zijn. Wat is het toch een mooi vak.
Je luisterde naar de 5e en laatste aflevering ‘over ouderschap’, die ik, Merel Steinweg, maakte voor het Centrum voor Jeugd en Gezin, in Capelle aan den IJssel. Ik vond het geweldig leuk om te maken, ik heb heel veel ouders mogen spreken en jeugdverpleegkundigen, en ik hoop dat je ervan genoten hebt. En er zijn ook al bezig met een volgende podcast, opnieuw met ouders, kan ik nog niet alles over vertellen, maar ben je daar benieuwd naar, houd dan de ‘socials’ van CJG Capelle in de gaten, daar lees je meer. Fijne dag nog!”