
Kun je de podcasts van het CJG niet beluisteren, bijvoorbeeld omdat je niet goed kunt horen? Hieronder vind je de letterlijk uitgeschreven versie van aflevering 2 van de podcastserie ‘Ouders over hulp vragen’. Om de tekst zo leesbaar mogelijk te houden, zijn woorden als ‘ehm’ weggelaten.
- M = Merel (interviewer en voice-over)
- A = Amy (moeder)
A: Ik vertrouw niet zo makkelijk mensen. En vooral niet bij m’n kinderen want in het verleden had ik ook met de kinderbescherming en zo, dus ik vertrouw niet zo makkelijk met mensen, vooral niet bij m’n kinderen.
M: Dit is Amy, moeder van vijf kinderen en met drie van haar kinderen woont ze in Capelle aan den IJssel. In deze podcast over hulp vragen bij opvoeden vertelt zij openhartig hoe het voor haar is om hulp te krijgen vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin in Capelle aan den IJssel. In de vorige aflevering had ik aangekondigd dat we in de tweede aflevering met een moeder zouden praten die hulp kreeg van een gezinscoach, maar die aflevering komt nog. Deze aflevering spreek ik met Amy en helaas kan ik niet bij haar aan de keukentafel plaatsnemen, vanwege de corona-maatregelen, dus bel ik vanuit mijn werkkamer met Amy.
A: Hallo.
M: Dag Amy, goeiemorgen met Merel. Hoe is het bij jou in deze gekke tijden?
A: Ja, ik, ik voel me gestrest deze dagen.
M: Ja.
A: Ik voel me echt gestrest want ja die kinderen zijn nog niet naar school gegaan want ik, ik ben ernstige astma patiënt dus ik ben een beetje bang daarvan en en m’n zoon, die van acht, die die heeft ook de symptomen, maar alleen het is geen diagnose gesteld, dus ik ben beetje bang.
M: Ja.
A: Maar ik ging wel m’n school gisteren oplossing zoeken want, ja want me zoon van vijf die werkt niet zo graag mee met die huiswerk thuis. Dus we hebben besloten dat die, dat hij wel naar school gaat samen met die van elf en die van acht die blijft gewoon thuis met huiswerk.
M: Ja, want even jij hebt drie kinderen?
A: Ja ik heb vijf eigenlijk, maar drie wonen bij mij.
M: Ah, oke. En en die zijn, hoe oud zijn ze?
A: Die van Curaçao zijn, eentje van vijftien, nee eentje van zestien, eentje van zeven. Van acht, elf en vijf.
M: Oh wauw. Echt een huis vol.
A: Ja (grinnikt).
M: Maar gekke tijden hè?
A: Ja klopt ik wil dat het gewoon weg gaat, ik word bijna gek van dit.
M: Ja. Ja. Want hoe houd je het vol?
A: Ja ik, ik, deze dagen kan ik het niet meer volhouden, ik ik zet zeg maar, ik vraag mijn buurvrouw voor hulp maar ja zij kan niet ook niet zoveel hulp zeg maar geven.
M: Nee.
A: Maar ja het helpt wel een beetje zeg maar.
M: Want waarbij helpt zij dan?
A: Nou even de kinderen nemen.
M: Oh ja. Ja. Dat je heel even een moment voor jezelf hebt.
A: Ja maar het is niet lang, want zij heeft ook kinderen.
M: Oh ja.
A: Dus…
M: Ja, ja we zijn echt op elkaar aangewezen dan hè?
A: Ja klopt.
M: Hé en heb je dan in deze tijd dan nog hulp van het CJG?
A: Ik kan wel met Macheline nog praten zeg maar, maar eigenlijk, die hulp is gestopt eigenlijk.
M: Oooh, en hoe komt dat dan?
A: Roshently is vijf, maar hij was nog niet zindelijk dus was een hele grote probleem voor mij, en zij heeft me heel heel goed geholpen, want in korte tijd kon Roshently gewoon zindelijk worden.
M: En en wanneer had je door dat je daar hulp bij kon gebruiken?
A: Toen mijn zoontje in de ziekenhuis werd zeg maar, ik had alle hulp maar het is niet geholpen. Ik had iemand anders van de CJG, maar het heeft niet zoveel geholpen en toen werd Roshently zeg maar opgenomen en en Roshently had een, een trauma opgelopen en toen hadden de ziekenhuis zeg maar besloten dat ik moet hulp inschakelen en ja hadden we weer de CJG ingeschakeld.
M: Ja.
A: En toen had ik Macheline gekregen en zij heeft me wel geholpen.
M: En en waarom, waarom denk je dat het met Macheline goed werkte?
A: Ik weet niet, ik denk, dat zij kon beter inleven bij mij en ze had meer geduld, en ze kwam ook een keer met nieuwe dingen en ze, ik denk door haar leeftijd ook, dat ze meer ervaring heeft, ik weet niet maar.
M: Want zij is wat ouder?
A: Ja zij is ouder dan die andere die bij mij was.
M: Oh ja, ja. Maar je vertelde van je zoontje kwam in het ziekenhuis en toen ben je doorverwezen naar het CJG? Of hoe ging dat dan?
A: Ja dus de dokter, de ziekenhuis heeft me gewoon aangemeld daar.
M: En hoe vond je het, zo’n intake gesprek? Met wat voor gevoel zat jij daar?
A: Ik hou ik hou ik hou niet zoveel van intake gesprek en ja in het eerste instelling, ik voelde mij een beetje aangevallen want ja de ziekenhuis heeft me aangemeld, maar daarna na de intake gesprek met, ik weet haar naam niet meer met… haar, ik voelde me fijn want zeg maar je voelt dat het niet aangevallen wordt maar dat, zag mij, dat ze wel willen helpen en dat je een zeg maar een soort, maar ook dat je die dingen uit je schouder kan zeg maar… hoe kan je dat dat zeggen… halen. Dat iemand ook… dat iemand bij jou komt helpen. Haha ik weet die woorden niet allemaal.
M: Nee, dus dat er een beetje een last van je schouders afviel, begrijp ik dat goed?
A: Ja, met die woorden ja.
M: Ja en en kan je vertellen waarom je dat gevoel kreeg? Of waarom het dan anders was, want je zegt van nou, ik heb, ik heb niet zo’n…. ik heb een beetje een hekel aan intakegesprekken. Maar waarom was dit dan anders? Kan je dat…?
A: Ja, want die mevrouw was vriendelijk en ja en ze luistert. En ze kon ook een beetje inleven. Zeg maar. Want ik kon, ik kon gelijk ook mijn verhaal kwijt raken. Ze begon gewoon te vragen over mijn leven en hoe gingen in mijn jeugd en zo? Dus ik kan ook een beetje kwijt raken bij haar. Dus ik… hoe zij, zeg maar deed bij die intakegesprek, toen kreeg ik een een gerust gevoel
M: Ja, en dat is heel belangrijk.
A: Ja, dat is belangrijk voor mij. Want ik vertrouw niet zo makkelijk mensen en vooral niet bij mijn kinderen. Want in het verleden had ik ook met de kinderbescherming en zo, dus ik ik vertrouw niet zo makkelijk met mensen. Vooral niet bij mijn kinderen.
M: En je kreeg toen hulp omdat jouw jongste zoontje nog niet zindelijk was. Kan je daar wat over vertellen hoe dat ging?
A: Ja, hij hij was, hij is vijf, maar hij plast, hij plast wel op de wc maar, poepen doet hij gewoon in z’n luier. En op school plast hij ook in z’n luier dus dat was ook hele drama op school dus hij moest ook met een luier op school wat niet eens mocht. En ja daarna ging hij zonnepitjes eten. Zonder dat ik het wist met pitjes en alles. En toen had die ons, hoe zeg je dat? Verstopt zeg maar veroorzaakt dus hij kon niet meer poepen. En ze gingen lang duren. Dus het werd nog erger en nog erger en toen moest hij zeg maar naar de operatiekamer er het eruit te kunnen halen.
M: Oh wat heftig.
A: Dat was twee keer gebeurd, dus we waren een week bijna opgenomen in de ziekenhuis en hij was na die twee keer operatie werd hij nog banger. Dus hij wou helemaal niet poepen zeg maar. Dus daardoor. dat die, dat ze hebben de hulp hebben ingeschakeld van het CJG. Ja maar eigenlijk had ik een hele heleboel adviezen, zeg maar van Macheline. En zij ging ook met Roshently praten over zeg maar over die zindelijkheid en dat hij ook zeg maar…. Soort van beloningssysteem hadden we eerst geprobeerd en Macheline heeft zelf met hem gepraat en zei tegen hem dat dat die beloning van haar komt, als hij zijn best doet. In eerste instantie gingen we met al die beloningssystemen proberen, maar ja die beloningssysteem werkt niet bij mijn zoon. Daarna vroeg Macheline mij om met de juf te praten. Dat heb ik al vaak heleboel keren gedaan, maar het is niks uitgekomen. Maar ik ging weer. Macheline zei ga nog een keer met haar praten, dus ik ging weer met haar praten. En toen zei de juf oké, dan gaat Roshently even opzij zetten en dan ga ik met hem praten. En toen ging de juf ook met Roshently praten en toen, ja Roshently die kwam thuis en zei ja ik wil die luier niet meer aandoen. En zo is het gebeurd (grinnikt).
M: En wat heeft de juf dan tegen hem gezegd? Wist je dat?
A: Dat die weet…. jawel. De juf zei tegen hem of hij weet dat hij geen luier op school mag dragen. En toen zei hij ik weet het niet. En de juf ja je mag geen luier op school dragen en toen kwam die thuis en dan toen zei die dat hij niet meer de luier wil dragen. Want hij is geen kleine kind zegt ‘ie.
M: Ja dat hij wil ook groot zijn.
A: Ja.
M: En dat, die gedachte hielp hem?
A: Ja.
M: Ja.
A: En hij gestopt, gelijk gestopt en niet meer op de bed geplast, niets.
M: Echt waar?
A: Serieus, haha.
M: En en wat deed dat met jou dan?
A: Ik werd blij, ik werd blij. Ik werd… springen, lachen, alles.
M: En heb je daarna… en hoe is het nu dan? Hoe gaat het nu?
A: Het gaat goed vanaf die tijd. Vanaf toen ging hij niet meer plassen op de bed, hij ging niet meer poepen in z’n broek dus hij draagt gewoon boxershort dus ik ging kopen voor hem en ja de rest van de luiers zitten nog steeds in de badkamer, maar hij gebruikt geen. Ik ging Macheline gelijk appen, gezegd hij plast en poept op de wc, haha.
M: En wat was de reactie van Machelien?
A: Oh wat geweldig, hoe heb je dat voor mekaar gekregen zei ze tegen mij. Ik zei tegen haar ja je, door je tips! Ik ging met de juf praten en toen heeft de juf dit gedaan. Ze vond het helemaal geweldig.
M: Ze was ook echt blij voor jou?
A: Ja klopt.
M: Ja, dus ze was ook echt betrokken, zo klinkt het?
A: Ja ze was echt betrokken.
M: Ja, hé en heb je nu nog contact met haar?
A: Ja, we praten, ik praat met haar via de app. Het is wel afgesloten maar ja ze zoekt wel contact met mij, ze vraagt hoe het gaat met me. En in deze tijd met die kinderen en ja ze heeft me ook geholpen met de laptop voor school.
M: Hm hm.
A: Dus ze is, ze is afgelopen maar ze zoekt wel nog steeds contact om te kijken hoe het gaat, en dat vind ik heel erg fijn zeg maar.
M: Ja, want heb jij meer mensen om je heen bij wie je terecht kan?
A: Alleen m’n buurvrouw maar als ze zeg maar in de ziekenhuis is dan heb ik niemand.
M: Ja da’s pittig hè, als je met kinderen bent?
A: Ja klopt.
M: Ja ik heb zelf ook drie kinderen, of ik heb er drie, sorry, jij hebt er vijf, ik heb er drie. En maar dat gevoel hè, dat je, als je het helemaal alleen moet doen. Dat is echt pittig, en dat heb ik dan, als ik dat een dag heb vind ik het al heel pittig, laat staan dat hè, wat jij vertelt, dat jij het zo vaak alleen moet doen, ja.
A: Ja dat dat is heel vervelend maar deze, bijvoorbeeld deze week, ze moeten alles op computer doen en ja, ja m’n dochter denkt dat die laptop is van mij niemand mag op de laptop. Dus het is een hele bende hier in huis, huiswerk gaat niet goed. Dus ik heb een nieuwe aanvraag bij de gemeente gedaan om te kijken of ik nog eentje mag krijgen voor die twee.
M: Ja.
A: Dus ze waren aan het kijken of het gaat.
M: Ja en heb jij het idee dat het Centrum voor Jeugd en Gezin nog meer voor je kan betekenen?
A: Ik, ik weet niet of ze met nog meer dingen kunnen helpen maar ik ben, ik ben wel dankbaar met wat ze nu hebben voor mij gedaan. Want ik heb ook een paar kleren voor de kinderen gehad en zo want ik zit onder bewind, want het is een beetje krap. Dus zij hebben wel geholpen met een paar kleren voor m’n zoon en voor m’n dochter. Want ik had van de, hoe zeg je, van de tweedehands winkel kon ik kleren gaan halen maar m’n dochter die is tiener geworden dus wil die kleren niet dragen. Dus ik heb wel een paar nieuwe kleren van CJG gekregen voor haar. En ja zij hebben mij ook geholpen met Roshently die nu zindelijk is dus nu moet ik geen luier meer kopen. Ik ben echt… En die laptop ook voor m’n dochter dus ik ben echt dankbaar.
M: Ja, en ze doen dus eigelijk veel meer dan alleen advies geven over opvoeden, als ik het zo hoor?
A: Ja klopt. En met, met Macheline is het ook, zij leeft ook zeg maar mee. Dat vind ik heel goed zeg maar, dat niet dat iemand maar alleen je verhaal kan horen en adviezen geeft, maar zij leeft gewoon mee, zeg maar. Dat vind, dat, dat vind ik fijn zeg maar.
M: Ja, ja. Hé en als jij, als andere ouders nou twijfelen of ze hulp moeten vragen van het Centrum voor Jeugd en Gezin wat zou jij ze dan adviseren?
A: Ik zou ze adviseren om toch te proberen want zeg maar het is, ja, je krijgt van anderen te horen, sommige mensen hebben niet goeie ervaring, ik weet niet, maar zeg maar je moet het gewoon proberen zeg maar. En als je niet fijn voelt zeg maar. Je kan gewoon altijd vragen voor een andere iemand. Dus niet iedereen zeg maar, is zeg maar, niet iedereen bij CJG, ik heb het meegemaakt, dus niet iedereen zeg maar helpt op dezelfde manier maar je, ja je… zeg maar als je niet fijn voelt dan kan je gewoon vragen voor andere iemand en sommige mensen van het CJG die helpen wél. Ze hebben mij wel geholpen.
M: Ja en dan is een klik belangrijk, hoor ik je ook zeggen?
A: Ja, die klik is wel belangrijk.
M: Ja nou mooi, dankjewel. Wat ik nog benieuwd was, wat… als afsluiter, wat wens jij voor je kinderen?
A: Ik wens dat m’n kinderen gelukkig zijn. Ik, ik toen ik klein was kon ik niet gelukkig zijn en ik wens dat ze gewoon kinderen kunnen zijn en dat ze gelukkig zijn. Ze hebben niet gevraagd om op deze wereld te komen dus dat wens ik voor hun.
M: Prachtig, dankjewel. Dankjewel Amy voor je openhartigheid en dat je dit met mij wilde delen, heel waardevol en heel veel sterkte.
A: Dankjewel.
M: En succes en kracht. De komende tijd.
A: Dankjewel.
M: Oké. Hé fijne dag!
A: Dag!
M: Doeg!
M: Wat mij opviel in dit gesprek is hoe veel verschillende hulp het CJG eigenlijk biedt. Van zindelijkheidstraining naar laptops regelen, van kleding kopen tot coachen in gesprekken met de juf. En eigenlijk is dat natuurlijk logisch, want opvoeden gaat nooit over één ding tegelijk. En het verhaal van Amy raakt me ook, dat gevoel er alleen voor te staan. Dat is toch gewoon heftig.
M: En dit was dan weer de tweede aflevering van de podcast van CJG Capelle aan den IJssel, en we maken nog twee afleveringen waar wederom de ervaringen van ouders centraal staan. Zou je nou ook willen bijdragen of wil je laten weten wat je ervan vindt, reageer dan via de socials en abonneer je op de podcast, want dan krijg je ook vanzelf een bericht wanneer de volgende aflevering online staat. Fijne dag nog!