Er is een grote kans dat jouw kind iets hoort of ziet over de oorlog in Oekraïne. Bijvoorbeeld in de klas, op televisie, thuis of op social media. Misschien heeft je kind vragen of maakt hij of zij zich zorgen. Hoe kan je met je kind over de oorlog praten? Hieronder vind je tips van het Nederlands Jeugdinstituut.
Kijk, luister en stel vragen
- Denk je of merk je dat je kind iets heeft gehoord over de oorlog tussen Rusland en Oekraïne? Merk je dat het je kind bezighoudt? Je kind kan er zelf over beginnen. Maar ook als je kind dit niet doet, is het goed om erover te praten. Begin met vragen stellen. Bijvoorbeeld: “Wat heb jij gehoord over Oekraïne en Rusland? Weet jij wat er aan de hand is? Wat heb je gezien op social media?” Stel vragen waar je kind meer op kan antwoorden dan alleen ja of nee. Zo kom je erachter waar jouw kind over nadenkt en of je kind zich zorgen maakt over de situatie.
- Kijk ook goed naar je kind. Denk je aan zijn of haar gedrag of houding te zien dat jouw kind zich zorgen maakt? Is je kind bijvoorbeeld wat stiller dan normaal? Dan kan je bijvoorbeeld vragen: “Ik merk dat je wat stiller bent. Wil je me vertellen waar je aan denkt?”
Geef eerlijk antwoord
- Wees eerlijk zonder je kind bang te maken. Heeft je kind zorgen? Zeg dat je die zorgen begrijpt. Zeg niet dat er niets aan de hand is, maar probeer je kind gerust te stellen. Dat kan je bijvoorbeeld doen door te vertellen dat Oekraïne hier ver vandaan is en er hier dus niet gevochten wordt.
- Geef antwoord op de vragen van je kind voor zover dat lukt. Je hoeft niet op alle vragen een antwoord te hebben. Zeg bijvoorbeeld: “Ik weet het ook niet, maar gelukkig zijn er hele slimme mensen die dit nu gaan aanpakken.” Zo’n antwoord kan al veel rust geven.
- Als je kind iets wil weten over de situatie, kan je ook vragen wat hij of zij zelf denkt. Er samen hardop over nadenken kan genoeg antwoord geven voor jonge kinderen.
- Voor oudere kinderen kan het fijn zijn om op zoek te gaan naar informatie. Kijk bijvoorbeeld samen naar het jeugdjournaal (adviesleeftijd: vanaf 9 jaar) en praat over wat je ziet. Zie je veel kapotte huizen? Zeg dan dat veel mensen geld aan het inzamelen zijn zodat die huizen weer gemaakt kunnen worden als de oorlog afgelopen is.
- Heeft je kind een account op social media? Vraag dan wat hij of zij ziet over de oorlog en of je kind daar vragen over heeft. Kijk ook eens samen naar de berichten en praat over wat jullie zien.
- Maak jij je zorgen over de situatie? Wees hier dan eerlijk over. Als je zelf bang of gestrest bent, is de kans groot dat je kind dat merkt. Probeer je emoties dus niet te verstoppen voor je kind. Zorg wel dat je je gevoelens aan je kind uitlegt op een manier die hij of zij begrijpt. Maak je je erg veel zorgen of ben je heel emotioneel? Praat er dan eerst met iemand anders over zodat je wat rustiger wordt.
Houd je antwoord kort
- Blijf met je antwoord zo dicht mogelijk bij de vraag van je kind. Zorg dat je niet te veel extra informatie toevoegt.
- Zorg ook dat je antwoord past bij de leeftijd en het karakter van je kind. Door te vragen wat hij of zij al weet, kan je jouw antwoord aanpassen en gebruik maken van de woorden die je kind gebruikt.
- Bedenk dat wat jij lastig vindt, voor je kind soms geen probleem hoeft te zijn.
- Vraag na je uitleg of je antwoord genoeg was. Bijvoorbeeld: “Heb je daar nog meer vragen over?” Sluit het gesprek af met een opmerking als: “We kunnen er altijd nog een keer verder over praten,” zodat je kind weet dat hij of zij altijd bij jou terug mag komen met vragen.
Blijf erover praten
De situatie verandert snel. De vragen en zorgen van je kind daardoor misschien ook. Blijf daarom met je kind praten, zodat je weet wat er in hem of haar omgaat. Je hoeft er niet speciaal voor te gaan zitten. Praat er bijvoorbeeld over wanneer jullie samen de tafel dekken. Of begin er een gesprek over als je kind jou een vraag stelt.
Let op meeluisteren en -kijken
Kinderen luisteren vaak automatisch mee met gesprekken tussen volwassenen. Of ze luisteren en kijken mee met het journaal voor volwassenen. Hierdoor kan je kind dingen horen waar hij of zij zich zorgen over gaat maken. Je kind krijgt misschien meer informatie dan hij of zij begrijpt of aankan. Let hier goed op. Jij weet wat jouw kind aankan.
Bron: Nederlands Jeugdinstituut
Deel dit artikel: