
Een kind leert kruipen, staan, zitten, lopen, fietsen, skaten, enzovoort. Hierbij gaat het om grote bewegingen met de romp, armen en benen. Dit noemen we ook wel de grove motoriek. Bij fijne bewegingen, zoals een kraaltje vastpakken, knippen en een potlood gebruiken, hebben we het over de fijne motoriek. Hoe gaat de ontwikkeling daarvan en hoe kan je je peuter stimuleren (aanmoedigen) om zijn of haar fijne motoriek te gebruiken?
Eigen tempo
De fijne motoriek ontwikkelt zich later dan de grove motoriek. Onthoud: alle kinderen volgen hun eigen tempo. Het ene kind loopt bijvoorbeeld al snel, het andere kind doet rustig aan.
Grove motoriek
De ‘motorische ontwikkeling’ gaat tussen 1 en 4 jaar met sprongen vooruit. Kinderen krijgen hun lijf steeds meer onder controle. Als je kind 2 jaar is, lijkt het lopen nog een beetje op waggelen. Je kind heeft dan nog moeite om zijn of haar evenwicht te bewaren. Als je kind 3 is, loopt hij of zij al veel beter en kan je kind misschien ook al rennen, springen en klimmen.
Fijne motoriek
Je kind leert steeds fijnere bewegingen met zijn of haar handen en vingers te maken. Peuters kunnen steeds beter een potlood vasthouden, een bladzijde van een boek omslaan en kleine dingen doen zoals een kraaltje vastpakken.
Tussen 2 en 4 jaar leren kinderen zich aankleden en beginnen ze een beetje te tekenen, knippen en plakken. Tussen de 2 en 4 jaar leren kinderen geleidelijk aan kledingstukken losmaken, een rits openen en een jas lostrekken. Tussen de 3 en 4 jaar gaan kinderen knopen losmaken en kleren aantrekken, soms nog verkeerd om. Ze leren hun schoenen aan te trekken, maar verwisselen ze vaak nog. Oudere peuters kunnen vaak al hun veters lostrekken, maar veters strikken leren ze pas in de kleuterperiode. Als je kind ongeveer 3 jaar is, kan je soms zien of je kind links- of rechtshandig wordt. Maar vaak wordt dit pas later (rond 6 jaar) echt duidelijk.
Tekenen
Bij een tweejarige begint tekenen met krassen, eerst vooral in het midden van het vel tekenpapier. Daarna gaan peuters lijnen trekken en vervolgens rondjes tekenen. Peuters bedenken van tevoren niet wat ze willen tekenen of schilderen. Dat begint pas als ze ongeveer 4 jaar oud zijn. Dan beginnen kinderen ook herkenbare figuren te tekenen; meestal een menselijke figuur die bestaat uit een groot hoofd met benen. Later tekenen ze ook een buik of romp en armen. Vanaf 4 jaar gaat een kind ook andere dingen tekenen, zoals bomen en huizen.
Knippen
Tweejarige kinderen leren eerst papier scheuren. Dit doen ze eerst met de hele vuist en het lijkt dan meer op een prop maken. Een aantal maanden later werken de twee handen samen en maakt het kind beter gebruik van de duimen en wijsvingers. Vanaf een jaar of 3 leren kinderen een kinderschaartje vasthouden en geleidelijk, met hulp, een beetje knippen. Rond 4 jaar kunnen kinderen alleen knippen. Dan gaan ze ook nadenken over wat ze willen knippen en proberen gericht te knippen.
Tips om de fijne motoriek te stimuleren
Wat kan je doen om de fijne motoriek te stimuleren?
- Laat je kind zelf dingen doen, zoals: eten, knopen en ritssluitingen dichtmaken, de afstandsbediening gebruiken, enzovoort. Als het nodig is kan je daarbij helpen.
- Laat je kind helpen bij dagelijkse activiteiten en karweitjes, zoals een banaan in stukjes snijden, koekjes ronddelen en de post openmaken.
- Geef materialen die de ontwikkeling van de fijne motoriek stimuleren, zoals potloden, verf, klei, een kinderschaar en kralen om te rijgen. Laat zien hoe je kind deze materialen kan gebruiken.
- Je kunt ook samen spelen, knutselen, puzzels maken, kralen rijgen en hamertje-tik spelen.
Bron: Opvoedinformatie Nederland
Klik hier voor meer opvoedinformatie
Deel dit artikel: