
De houding waarin je kind slaapt is belangrijk voor de veiligheid en voor de ontwikkeling van het hoofd.
Op de rug slapen
Leg je baby vanaf de geboorte op zijn of haar rug in bed. Deze houding verkleint de kans op wiegendood omdat je baby vanaf de rug niet kan omrollen naar de buik. Stop het laken en de deken altijd strak en stevig in. Dan blijft je baby op zijn of haar rug liggen. Je kunt je baby ook in een passende babyslaapzak leggen.
Voorkeurshouding
Leg je baby op de rug met het gezicht om de beurt naar links of naar rechts. Sommige baby’s draaien hun hoofd vanzelf naar een favoriete kant. Als je baby steeds met zijn of haar hoofd naar dezelfde kant ligt, bestaat het risico dat je baby een voorkeurshouding ontwikkelt. Tips om een voorkeurshouding tegen te gaan:
- Hang een mobiel boven de andere kant van het bed
- Maak het bed regelmatig andersom op of draai het hele bed om
- Als je flesvoeding geeft, neem je baby dan de ene keer op je linkerarm en de andere keer op je rechterarm
- Je kunt je baby overdag, als hij of zij wakker is, af en toe eens op zijn of haar buik leggen. Dat is goed voor de ontwikkeling van de motoriek. Blijf er wel bij als je baby op zijn of haar buik ligt
Zijligging
Leg je baby niet op zijn of haar zij. Met deze houding verhoog je het risico op wiegendood en na enkele weken ontstaat de kans dat je baby op zijn of haar buik rolt. Bij de ene baby gebeurt dit wat eerder dan bij de andere. Je baby op zijn of haar zij vastleggen met behulp van zogeheten stabilisatierolletjes of wigjes is geen veilige oplossing.
Niet te warm toestoppen
Zorg ervoor dat je baby het niet te warm krijgt. Gebruik geen dekbed bij kinderen jonger dan twee jaar. Een dekbed is te warm en baby’s kunnen zich er onder wurmen. Gebruik in plaats hiervan een deken en/of een laken. Maak het bed kort op, zodat de voeten van je baby bijna het voeteneind van het bed raken.
Je kunt ook een slaapzak of trappelzak gebruiken in plaats van een deken en laken. Let daarbij wel op de juiste maat. Dek een baby met koorts minder toe dan normaal.
Draaien
De meeste baby’s kunnen zelf draaien als ze vijf maanden zijn. Is je baby nog niet sterk genoeg om zelf terug te draaien? Gebruik dan een slaapzak of trappelzak. Je kunt daarbij een laken stevig instoppen, dwars over de heupen en benen. Zo kan je baby minder gemakkelijk omdraaien.
Inbakeren
Soms worden baby’s die veel huilen of onrustig slapen ingebakerd. Bij het inbakeren wikkel je je baby stevig in doeken. Je kunt ook een kant-en-klare inbakerzak gebruiken. Dat is vaak veiliger en makkelijker dan een doek die los kan gaan. Overleg met de jeugdverpleegkundige op het consultatiebureau als je je baby wilt inbakeren. De jeugdverpleegkundige kan je ook tips geven over hoe je een vast patroon opbouwt bij het slapengaan en hoe je bijvoorbeeld zorgt voor minder prikkels en meer regelmaat. Klik hier voor onze contactgegevens.
Bron: Opvoedinformatie Nederland
Meer opvoedinformatie over baby’s
Deel dit artikel: