Als borstvoeding geven niet goed gaat

Lukt het geven van borstvoeding niet goed? Dat kan door verschillende dingen komen.

Spugen

Een beetje spugen na het drinken is normaal, vaak heeft je baby dan iets te veel gedronken. Als je baby bij het spugen ook veel huilt, kan hij of zij last hebben van reflux. Reflux is het terugvloeien van de maaginhoud in de slokdarm. Dit komt doordat de sluitspier tussen de maag en slokdarm nog niet goed ontwikkeld is. Overleg met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts van het CJG als je je zorgen maakt. Klik hier voor onze contactgegevens.

Spruw

Drinkt je baby slecht? Laat hij of zij de borst vaak los of huilt je baby veel? Dan heeft je kind misschien last van spruw. Spruw is een schimmelinfectie. Het ziet eruit als witte aanslag of witte vlekjes op de tong of in de mond. Overleg met je huisarts wat je kunt doen.

Kort tongriempje

Als het drinken niet goed lukt, kan je baby ook een te kort tongriempje hebben. Je baby kan zijn tong dan niet goed naar voren steken en daardoor de tepel niet goed in de mond nemen. Bespreek dit met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts van het CJG.

Pijnlijke borsten of tepels

Als je last hebt van pijnlijke borsten of tepels kan dat door meerdere dingen komen. Bijvoorbeeld doordat je kind de tepel niet goed in de mond neemt. Of door een borstontsteking. Vraag hierover op tijd advies aan je huisarts of bij het CJG. Het kan ook door stuwing komen.

Stuwing

Drie tot vijf dagen na de bevalling kun je last krijgen van stuwing. Stuwing is dat je borsten vollopen met melk. Ze voelen daardoor vol en gespannen aan. Soms zijn ze hard en pijnlijk. Stuwing is normaal en gaat na een paar dagen vanzelf weer over.

Zorg ervoor dat je je baby de eerste paar dagen heel vaak aanlegt, het liefst acht tot twaalf keer per dag. Op die manier leert je kind de melk goed weg te drinken en stemt je lichaam de melkproductie beter af op het drinkritme van je baby.

Weinig melkproductie

Voor voldoende melkproductie (genoeg melk) is het belangrijk dat je baby heel dicht bij je is. Huid-op-huid contact is bijvoorbeeld heel goed. Ook de manier van aanleggen heeft invloed op de hoeveelheid melk. Als je ondanks genoeg huid-op-huid contact denkt dat je te weinig melkproductie hebt, of als je vragen hebt over het aanleggen, neem dan contact met ons op.

Overgaan op flesvoeding?

Als de borstvoeding niet goed gaat of als je het zelf niet handig of prettig vindt, kun je de borstvoeding afbouwen en je baby laten wennen aan flesvoeding. Je kunt ook gaan kolven, zodat je je kind toch moedermelk kunt geven. Als je verandert van voeding, overleg dit dan altijd even met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts van het CJG.

Vraag om hulp

Je kunt altijd hulp vragen aan je verloskundige, kraamverzorgende of het CJG. Je kunt ook vragen stellen aan de medewerkers van vrijwilligersvereniging La Leche League. Zij kunnen telefonisch advies geven.

Soms is het nodig om hulp te krijgen van een lactatiekundige. De jeugdverpleegkundige of jeugdarts van het CJG kan je naar de lactatiekundige doorverwijzen als dat nodig is.

Bron: Opvoedinformatie Nederland

Deel dit artikel: